Voordat de Allersmaborg daadwerkelijk een borg werd, stond het bekend als de ‘Allersmaheerd’, dat wil zeggen boerderij van het geslacht Allard. Het was een versterkt steenhuis dat op dat moment waarschijnlijk al enkele eeuwen oud was. De eerste Allersma waarvan bekend is dat hij in Ezinge woonde, was Duurt Allersma aan het einde van de vijftiende eeuw.
Duurt Allersma was een invloedrijke hoveling. Hij was rechter in Aduarderzijl en later van Ezinge. De familie Allersma bleef tot 1682 in bezit van het landgoed, met aan het hoofd een heer die afwisselend ‘Duurt’ of ‘Sirp’ heette. Halverwege de zeventiende eeuw werd het steenhuis tot een ware borg verbouwd met grachten, singels en tuin. De laatste Duurt zou ook de laatste Allersma zijn die de borg bezat. Toen hij in 1682 in de kerk van Ezinge werd begraven waren zijn vrouw en kinderen al overleden.
Met het overlijden van Duurt kwam de borg in handen van Reneke Busch, burgermeester van Groningen. Vier generaties van deze familie zouden als burgermeester van Groningen dienen en de Allersmaborg als buitenverblijf houden. Deze familie woonde er voornamelijk in het voorjaar en de zomer, en bemoeide zich maar weinig met het landgoed eromheen.
In 1848 erfde jonkheer Reneke Meinard Adriaan de Marees van Swinderen de borg. In tegenstelling tot zijn voorgangers ging hij er het hele jaar wonen en bemoeide zich met het gebied Ezinge door bijvoorbeeld nieuwe wegen aan te leggen. Om zijn verblijf prettiger te maken liet hij de Allersmaborg verbouwen. Waarschijnlijk is het gebouw in deze periode verhoogd, gekenmerkt door het kleurverschil van de bakstenen. Toen hij kinderloos overleed betekende dit een moeilijke tijd voor de borg. Omdat Mr. Jan Willem Bolt ondanks de vervallen staat op de borg bleef wonen werd het huis echter gespaard.
De borg kwam er pas weer bovenop toen de borg in de 20e eeuw door landbouwer Olfert de Boer werd gekocht. Hij knapte de borg en het landgoed op, zodat het er weer verzorgd uitzag. Na 1946 werd de borg gekocht door de gemeente Ezinge.
Door de verwilderde tuin is het landschap alleen maar mooier geworden.
Onder Reneke van Swinderen kreeg de borg een Engelse Landschapstuin, zoals bijvoorbeeld op de Fraeylemaborg en Ekenstein, met een lusthof, kas en slingertuin. Dat was immers de mode van de negentiende eeuw. Tegenwoordig is een deel van het erf verwilderd. De huidige bewoners proberen er weer een stijltuin van te maken.
Net als Nienoord heeft de Allersmaborg te lijden gehad van de storm die in 1972 over Groningen raasde. Een bijzondere oude kastanjeboom raakte beschadigd. Door de strenge winter zes jaar later raakte de boom zo beschadigd dat deze moest worden weggehaald.
Staatsbosbeheer, die in de jaren zeventig van de vorige eeuw het landgoed in bezit kreeg, zorgde ervoor dat de boomgaard werd hersteld. Deze is nu nog steeds te bezoeken en staat in het voorjaar prachtig in bloei. De boomgaard was vroeger deel van de nutstuin. De oude fruitrassen zijn door Staatsbosbeheer weer in ere hersteld.
Ook de Allersmaborg kent stinzenplanten. Het gebied rondom de Allersmaborg is opengesteld voor wandelaars.
Entree borg en tuin: alleen op afspraak.
Voor iedere reservering voor een evenement kan contact worden opgenomen via het telefoonnummer van de Allersmaborg (0594-628055) of via het contactformulier op de website.
Hiervoor geldt dat een evenement op afspraak mogelijk is zeven dagen per week van 08.00-00.00.
Via boekingen@wierdenland.nl kunt u reserveren om de borg te bezichtigen zonder er een evenement te willen organiseren. Het museum organiseert dan een groepsarrangement in samenspraak met de beheerder.
In overleg.
Museum Wierdenland.
Wandelroutes.
Fietsroutes.