Het Iwema-Steenhuis is het enige bewaarde steenhuis - een versterkte bakstenen toren - in Groningen en stamt uit de veertiende eeuw. Omdat er geen adelijke bewoners waren is het huis nooit uitgegroeid tot borg. Door de aanwezigheid van vooraanstaande boerenfamilies is het huis wel bewaard gebleven. Het is vernoemd naar de eerste van deze families die er woonden: de familie Iwema.
De familie Iwema bleef tot de 17e eeuw op het Steenhuis wonen, waarna het vererfde op de familie Ibema. Hendrik Ibema was een vooraanstaand lid van de gemeenschap en liet bijvoorbeeld de kerk in Niebert verfraaien. Hij bleef ongehuwd en het huis vererfde op zijn broer Tjeerd. Na het overlijden van Tjeerd vererfde het huis op zijn 8 kinderen, die het vanwege financiële problemen verkochten aan de heer van Nienoord.
Een andere tak van de familie Iwema en Ibema woonde in een grote boerderij aan de oostkant van het Steenhuis. Omdat het de familie Von Inn- und Kniphausen in de periode van Franse overheersing bepaald niet voor de wind ging, wisten de weduwes Ettje en Geertruida Sytes het steenhuis weer in de familie terug te kopen.
Nadat zowel Ettje als Geertruida waren overleden verkochten de erfgenamen van de familie het steenhuis in 1847 weer uit de familie. De eigenaar werd dominee R. Damsté. Hij liet de binnenkant verbouwen om het met name in de winter comfortabeler te maken en voorzag het huis van grotere ramen. De arme dominee heeft er echter weinig gebruik van kunnen maken. Hij overleed in 1851.
Het huis werd doorverkocht aan Jakob Hansen de Boer, die verwant was aan de Iwema’s. In de omgeving van Niebert vervulde hij allerlei functies. Hij had geld genoeg om zijn kinderen naar een kostschool te sturen, wat toentertijd opmerkelijk was in de omgeving. De nazaten van Jakob Hansen bewonen het steenhuis nog steeds, hoewel het in 1988, net als de Ennemaborg en Ewsum, in handen van de Stichting Het Groninger Landschap kwam.
In het voorjaar bedekt een bed van prachtige krokussen de velden rondom het steenhuis.
De Stichting Het Groninger Landschap heeft de tuin hersteld met oog op het publiek. Zo hebben zij er wandelpaden aangelegd en is de tuin gerestaureerd. De boomgaard is hersteld. Via de familie Alberda van Ekenstein belandde bijvoorbeeld de “Renet Ekenstein”, een oud appelras, in de boomgaard. Pal achter de borg staat een enorme rode beuk, die het pronkstuk van de tuin is. Hoewel deze een tijd ziek is geweest is deze door intensieve verzorging weer helemaal hersteld.
Met uitzondering van misschien de Fraeylemaborg heeft het Iwema-Steenhuis wellicht de grootste weelde aan stinzenflora rond haar borg. De steenhuisheren hadden de bloemen immers naar hun steenhuis gebracht. In het voorjaar staan de velden om het steenhuis heen dan ook volledig in bloei met bijvoorbeeld prachtige sneeuwklokjes en krokussen.
Zie de website